Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [8]Waarom weegt gijlieden geld uit [9]voor hetgeen geen brood is, en [10]uw arbeid [11]voor hetgeen niet verzadigen kan? [12]Hoort aandachtiglijk naar Mij, en [13]eet het goede, en laat uw ziel in vettigheid zich verlustigen. 8. Dat is, waarom doet gij veel vergeefse kosten en moeite, drijvende uw afgoderij en bijgeloof, daar toch door zulke middelen geen leven noch vaste troost te verkrijgen is? 9. Hebreeuws, voor niet brood; aldus noemt hij de valse leer en bijgelovigheden, die het hart der mensen niet kunnen spijzigen of verzadigen; als daar was de leer schriftgeleerden en Farizeen van eigen gerechtigheid, buiten Christus en zijne gerechtigheid. 10. Dat is, het geld, dat gijlieden met uwen arbeid gewonnen hebt. 11. Hebreeuws, om niet ter verzadiging. 12. Hebreeuws, hoort horende; dat is hoort aandachtiglijk, naarstiglijk, of ernstiglijk naar mij. 13. Dit is ook al van een geestelijk eten te verstaan, gelijk ook wat er volgt.